CLAIRE project

CLAIRE is de afkorting voor Comparison of Long-term AIR pollution Exposure assessment methods. Binnen het project wordt de kwaliteit van sensoren onderzocht, mede gefinancierd door het Health Institute (HEI). Ook wordt er bekeken of de sensoren in combinatie met berekeningen de luchtkwaliteitskaarten verbeteren.

Hiermee pak je volgende uitdagingen aan:

Hoe maak ik mijn omgeving bewuster van luchtkwaliteit

Korte inhoud

Wat: Meten van NO2
Waar: Door heel Nederland
Aanmelden: Niet meer mogelijk

Algemene informatie

Het CLAIRE-project is een samenwerking tussen het RIVM en het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS)  van de Universiteit Utrecht. CLAIRE is de afkorting voor Comparison of Long-term AIR pollution Exposure assessment methods. Binnen het project  gaan wij  de kwaliteit van sensoren onderzoeken, mede gefinancierd door het Health Institute (HEI). Ook bekijken we of de sensoren in combinatie met berekeningen de luchtkwaliteitskaarten  verbeteren. We willen in dit project de sensorkastjes op veel verschillende plekken hangen en daar konden we wel wat hulp gebruiken. Daarom zochten we vrijwilligers om voor een half jaar een sensorkastje te adopteren. 

Selectie van deelnemers

De selectie van de tweede ronde aan 50 vrijwilligers is rond. De geselecteerden en niet-geselecteerden hebben daarover op 19 april 2022 een e-mailbericht ontvangen. Hiermee zijn alle vrijwilligers voor dit project gevonden.

Uiteindelijk hebben 450 mensen zich gemeld die nieuwsgierig waren naar de luchtkwaliteit in hun tuin of straat én die dit 6 maanden wilden meten. Daar waren we heel blij mee, maar het betekende helaas ook dat we veel mensen moesten teleurstellen. De eerste 50 vrijwilligers werden in april 2021 geselecteerd die op een voor dit project mooie locatie woonden. De tweede groep van 50 vrijwilligers werd in de lente van 2022 geselecteerd. De lokaties die we hebben geselecteerd, waren plekken waar we veel stikstofdioxide verwachtten, maar ook waar we juist weinig verwachtten en ook ertussen in. De uitdaging zat in het maken van de juiste mix. De vrijwilligers kunnen hun metingen bekijken op het dataportaal en zo  de concentraties fijnstof en stikstofdioxide in hun eigen omgeving zien.

Meetcampagne

Binnen het project meten we verspreid over een jaar op 100 verschillende locaties. Een sensorkastje blijft een half jaar lang op een locatie hangen en wordt dan verplaatst naar een volgende vrijwilliger om een goed dekkend beeld van Nederland te krijgen. Daarnaast zijn de locaties onder andere geselecteerd op basis van de afstand tot (grote) wegen, gemiddelde NO2 concentraties en is er rekening gehouden met de bijdrage van de weg aan deze concentraties. Voor de beide halfjaarlijkse meetperiodes wordt door het RIVM getest of de sensoren (nog) goed functioneren.  

Sensorkastje

Voor de metingen zijn verschillende sensoren nodig. Om een compleet beeld te krijgen van de fijnstofconcentratie gebruiken we twee verschillende sensoren, namelijk de Nova Fitness SDS11 en de Sensirion SPS30. De concentratie stikstofdioxide wordt bepaald met de Alphasense B43F. De sensoren zitten in een sensorkastje dat speciaal voor het project is ontwikkeld. In het sensorkastje zit een aanzuigopening en een ventilatortje om een goede luchtstroom te waarborgen. Zodra de sensorkasjes op locatie hangen, wordt de verzamelde data (real-time) gedeeld op het dataportaal.

Sensorkastje

Rol van het RIVM

Binnen het project maken we niet alleen gebruik van de metingen door de sensorkastjes. Ook gebruiken we de officiële stations-metingen zoals deze op Luchtmeetnet staan weergegeven en de modelresultaten. Deze gegevens voegen we samen om te zien of we een schatting kunnen maken van de fijnstof- en stikstofconcentraties. Samen met het IRAS gaan we deze schatting vervolgens binnen het project vergelijken met andere methodes om de concentraties te bepalen. We houden u op de hoogte van de resultaten.